In de laatste maanden heb ik enkele keren een workshop bij de kunstenaar Geoffrey Wijn gedaan. Ik dacht dat ik behoorlijk dyslectisch was, maar kunstenaar Geoffrey Wijn spelt zijn eigen achternaam zelfs verkeerd. Hij is, naar eigen zeggen, zo dyslectisch als een paart. Ja, paart met een /t/, zo dyslectisch.
Horen, zien en zwijgen heb ik samen met deze kunstenaar mogen maken. Na het schrijven van de tekst zwijg twijfelde ik toch… “Zwijg is toch met lange ij?” Een mevrouw naast stelde me gerust: “Wanneer het anders is geschreven kun je dat vast kunstzinnig verklaren”.
Soms zou ik ook wel eens gemakkelijker willen kunnen spellen, maar aan de andere kant zou het saai en rustig zijn met alleen taal in mijn hoofd. Dan had ik gevoelsmatig een kat in de zak gekocht, gniffel.
Met een uitspraak als sereen kan Geoffrey niets tijdens zijn workshop, hij wil graag een beeld kunnen maken van wat je op je schilderij terug wilt zien. Soms wil ik dat ook tegen mensen zeggen die erg talig spreken. Ik wil kunnen zien wat je zegt, ik wil dat je kunt zien wat ik zeg. Het verbanden leggen tussen wat ik zeg en wat ik bedoel blijft soms lastig voor een lijndenker. Gelukkig werk ik veel met beelddenkertjes die onder andere door middel van tekenen en afbeeldingen tot taal komen. Soms gaan er luikjes open waar hele bergen met taal op liggen die er in één keer uit vallen. Dan lijken de tekeningen soms wel 10 schilderijen van Geoffrey over elkaar.
Heerlijk om te zien hoe iemand met zijn talent zo leeft in het nu, prachtige dingen kan maken en daarmee ook prachtige dingen kan doen. Hij zet zo op het doek wat hij ziet en voelt, 90% in beeld, 10% in taal. Bij mijn beroep is het 90% in taal en 10% in beeld, al heb ik wel veel beeldspraak in mijn taal. Maar gelukkig viel dat in deze column niet op!
Genoeg te doen en te genieten van de dingen die ik mag beleven mede dankzij mijn dyslexie. Hoe zie jij dat bij jouw diagnose?
Schilderende groetjes,
Annemarie