Heb je dat ook wel eens dat je niet meer weet hoe je verder moet gaan met je zin, niet weet hoe je een woord schrijft. Dat je het even niet meer weet hoe je moet beginnen met je verhaal?
Zo bij mij zit het erop, ik hoef de eerste zinnen niet meer te verzinnen, wat een opluchting! Oops, ik had bijna oplichting geschreven, maar dat verkeerd schrijven ben ik wel gewend. Het is een deel van mij. “En wie ben jij dan?” hoor ik denken.
Ik ben Annemarie, een meid van 19 lentes, winters, zomers en herfsten. Ik zal even een overzichtje geven van 1986 tot nu in vogelvlucht: er was een gezellige baby- peuter- kleutertijd. Een basisschool waar ik redelijk zorgeloos doorheen ben gegaan. Een iets mindere middelbareschooltijd. Deze laatste met mooie rapporten, als ik mijn duim op de bovenste vier vakken (de talen) hield. Een halve- Hbo tijd. En nu ben ik aanbeland bij de “Wat wil ik nou eigenlijk worden voor mijn beroep tijd”.
Om een lang verhaal wat korter te maken, ik heb dyslexie. Ik ben dus dyslectisch en ik kan het schrijven dat ik het ben. Daar ben ik best wel trots op, want het is best moeilijk om te schrijven. Op twee manieren, omdat je het niet zomaar zegt en omdat het een moeilijk woord is. Je geeft iets als dyslexie toch niet zo’n moeilijk naam, dat is vragen om fouten!
In komende stukjes zal ik verder praten over wat ik zoal meemaak of meegemaakt heb, over de leuke dingen, maar ook over de minder leuke dingen aan dyslexie.
Groetjes,
Annemarie